Veiligheid

1. Constructieve veiligheid & belasting

Het toestel moet:

  • bestand zijn tegen hogere krachten dan normaal gebruik

  • geen breuk, loskomen, vervorming of gevaarlijke bewegingen vertonen

  • getest worden op krachten van 1,5–3 kN (afhankelijk van de functie)

2. Stabiliteit & fundering

  • Verticale palen moeten voldoende diep in de grond (gemiddeld 60–100 cm)

  • Fundering moet verschuiven, kantelen of roteren uitsluiten

  • Hout mag niet rotten op contactpunten met de grond

3. Ontwerp zonder gevaarlijke punten

  • Geen knelpunten (vingers, hoofd, nek)

  • Geen scherpe randen

  • Geen klem- of snijplekken

  • Geen openingen waar een kind in vast kan raken (ook al is het geen speeltoestel)

4. Materialen & duurzaamheid

  • Materialen moeten bestand zijn tegen buitengebruik

  • Hout moet behandeld zijn tegen schimmel/rot of breed genoeg dat rot geen direct veiligheidsprobleem vormt

  • Metaal moet corrosiebestendig zijn

  • Verbindingen moeten blijvend sterk zijn

5. Sterkte van verbindingen

  • Gelaste of geschroefde verbindingen worden getest

  • Verlijming is toegestaan, maar alleen als:

    • de lijm buitenbelasting aankan

    • de verbinding diep genoeg zit voor krachtoverdracht

    • er geen kans is op delamineren of loslaten

6. Valrisico / ondergrond

Alleen verplicht als er sprake is van een valhoogte van > 1,5 meter.

7. Instructies, handleiding en onderhoudsplan

  • installatie

  • gebruik

  • onderhoudsinspecties

  • waarschuwingen

8. Gebruikersveiligheid

Het toestel moet veilig zijn:

  • bij normaal gebruik

  • bij “redelijk voorzienbaar verkeerd gebruik”